Bijen leveren een grote bijdrage aan onze samenleving en vormen een essentiële schakel in ons ecosysteem. Als grootste groep bestuivende insecten ter wereld zijn bijen van cruciaal belang voor de menselijke voedselproductie en biodiversiteit.
De hechte samenwerking van de bijen in de kolonie zorgt er voor dat hun samenleving, het volk, een entiteit vormt die een niveau boven die van het individuele organisme staat, het superorganisme; een sociale eenheid van eusociale* bijen met een specifieke taakverdeling. Deze wederzijdse afhankelijkheid maakt de individuele bij afhankelijk van het volk en het volk afhankelijk van de individuele bij. Enkel door deze wisselwerking kunnen beiden overleven. Aan de basis van iedere kolonie staat een koningin die tot 2000 eitjes per dag afzet, hieruit kruipen voornamelijk vrouwelijke werkbijen die de kolonie uitbouwen. Reproductieve darren nemen enkel de rol van voortplanters op zich terwijl de werkbijen samenwerken om een leefsituatie te creëren die gunstig is voor het broedsel, zoals het maken van nieuwe raatcellen, het verzorgen van de larven, het schoonhouden van het nest, het verjagen van vijanden, het ventileren van het nest, het maken van honing en het zoeken naar voedsel. Een sterk volk groeit uit tot 60000 bijen en is in staat zich als volk voort te planten door te gaan zwermen. Dit alles met Queen-Bee aan de basis, zij maakt de dienst uit!
Waar de leeuw koning van de jungle is, is Queen-Bee koningin van moeder aarde: Regina Terrae !
*Eusocialiteit (van het Grieks εὖ eu “goed” en sociaal ), het hoogste organisatieniveau van socialiteit , wordt bepaald door de volgende kenmerken: coöperatieve broedzorg (inclusief zorg voor nakomelingen van andere individuen), overlappende generaties binnen een kolonie volwassenen, en een taakverdeling in reproductieve en niet-reproductieve groepen. Door de taakverdeling ontstaan binnen een dierenmaatschappij gespecialiseerde gedragsgroepen